Wijzigingen bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik

Regels over de inrichting van ruimten en ventilatie voor horeca waren opgenomen in het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet (Besluit DHW). Waarbij vermeld moet worden dat de ventilatie-eis nog uit de tijd stamt dat roken in horeca toegestaan en gebruikelijk was. Het Besluit DHW heeft plaatsgemaakt voor de Alcoholwet waarmee inrichtings- en ventilatie-eisen zijn komen te vervallen. Maar tijdens de COVID-19 pandemie zijn tijdelijk strengere regels gesteld aan ventilatie. Deze veranderingen hebben geleid tot aanpassingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) per 1 juli 2024.

Auteur: Wesley van den Hoeven

Regels uit Bouwbesluit 2012 / Bbl leidend

Het Besluit DHW stelt regels over het aantal toiletruimten, de hoogten in ruimten en ventilatie. Op grond van artikel 1.15a van Bouwbesluit 2012 (overgegaan in artikel 2.10 van het Bbl) gaan die regels voor mits deze regels strenger zijn dan Bouwbesluit 2012 voorschrijft. Waarmee wordt bedoeld de regels uit Bouwbesluit 2012 en nu vigerende Bbl voor de subgebruiksfunctie bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik

Per 1 juli 2021 heeft het Besluit DHW plaatsgemaakt voor de Alcoholwet. Bouwbesluit 2012 voorzag op dat moment ook in eisen voor ruimten voor alcoholgebruik. De wetgever achtte het stellen van diverse inrichtingseisen in de Alcoholwet overbodig (Stb. 2023, 426, p. 42). Opvallend hieraan is dat de in artikel 5, eerste lid, van het Besluit DHW gestelde luchtverversingscapaciteit van 3,8 dm³/s per m² (mechanisch te voorzien) bij een horecaruimte niet is overgenomen in de Alcoholwet. Dit bleef niet onopgemerkt, zo blijkt uit de kritiek in de Tweede Kamer. Temeer het ventileren vanwege de COVID-19 pandemie opnieuw onder de aandacht kwam. Tweede Kamerlid C.A. Jansen over het wetsvoorstel: “Voor het reduceren van besmettingskansen is een goede ventilatie van groot belang. De beste manier om binnen een buitenklimaat te creëren is goed en ruimhartig ventileren. Op dit punt is het wetsvoorstel een grote stap achteruit. In deze tijd en onder de huidige omstandigheden van de coronacrisis, is dat een onbegrijpelijk voornemen. Dat voornemen zou volgens de indiener dan ook teruggedraaid moeten worden omdat daarmee de ventilatie-eis voor horecalocaties met een DHW-vergunning behouden blijft” (Kamerstukken II 2020/21, 35 337, nr. 30, p. 2). Het voorgestelde amendement van Jansen om de eerder geldende ventilatie-eis uit het Besluit DHW ook in de Alcoholwet te laten gelden heeft het niet gehaald.

Strengere ventilatie-eis tijdens COVID-19 pandemie

Artikel 3.29 lid 3 van Bouwbesluit 2012 stelde voor de nieuwbouw van een bijeenkomstfunctie (niet zijnde voor kinderopvang) een luchtverversingscapaciteit van 4 dm³/s per persoon. Ter vergelijking zou een bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik van 200 m² met een bezetting van 1,5 m² per persoon volgens het Besluit DHW in ruim 200 dm³/s grotere luchtverversingscapaciteit moeten voorzien.

Figuur

Tijdens de COVID-19 pandemie is aan het Outbreak Management Team (OMT) gevraagd of er voor horecagelegenheden reden is om af te wijken van de ventilatie-eisen uit het Bouwbesluit. Uitgebreide onderzoeken naar de effecten van COVID-19 waren tot dan toe niet beschikbaar. Maar luchtverversing draagt wel bij om het risico op besmetting te verkleinen: “In het kader van COVID-19 is het belangrijk te zorgen voor een adequaat aanbod van verse (buiten-)lucht naar een ruimte. Immers, dit werkt om virusdeeltjes in de binnenruimte te verdunnen en uit het gebouw te verwijderen, en vermindert zo het risico op blootstelling aan virus in de lucht" (RIVM, “advies n.a.v. 121e OMT”, 26 juli 2021, p. 8). Welke mate van luchtverversing afdoende is zou nader onderzoek moeten uitwijzen. Het OMT adviseerde echter wel om de aanpassingen in ventilatie-eisen voor horeca per 1 juli 2021 nog niet door te voeren. Tussen 14 augustus 2021 en 19 mei 2022 was daarom in de Tijdelijke regeling maatregelen Covid-19 (Trm) de ventilatie-eis, zoals die eerder in het Besluit DHW was opgenomen, weer van toepassing.

Wijzigingen Bbl per 1 juli 2024

Aanvankelijk zijn de regels uit Bouwbesluit 2012 die verwijzen naar Besluit DHW (in het Bbl de Alcoholwet) en ventilatie voor een bijeenkomstfunctie per 1 januari 2024 ongewijzigd overgenomen in het Bbl. Met de gedachte dat in de Alcoholwet geen (bouwkundige) inrichtingseisen kunnen worden gesteld aan een bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik komt artikel 2.10 van het Bbl te vervallen. Verschillende afmetingseisen, zoals minimaal 2,6 m hoogte en 1,8 m breedte voor een verblijfsgebied/verblijfsruimte en de 55%-eis, voor een bijeenkomstfunctie die thans van toepassing waren in Bouwbesluit 2012 zijn niet overgenomen in het Bbl. In dat opzicht waren de afmetingseisen al versoepeld op moment van inwerkingtreding van het Bbl per 1 januari 2024.

Artikel 2.10 Bbl (drank- en horeca-inrichtingen) - vervalt per 1 juli 2024 
Voor zover voor een activiteit bij of krachtens de Alcoholwet een eis is gesteld die strenger is dan een in dit besluit opgenomen regel, is alleen die eerstbedoelde eis van toepassing.

Het OMT heeft geadviseerd de ventilatie-eis (voor een bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik) uit de Trm te handhaven (Stb. 2023, 426, p. 28). Per 1 juli 2024 worden deze eisen rechtstreeks vanuit het Bbl geregeld (Stb. 2024, 93). In het huidige Bbl is de ventilatie-eis afgestemd op het aantal personen in de ruimte. Per 1 juli 2024 geldt daarnaast een bodemeis van 3,8 dm³/s per m² vloeroppervlak. De aan- of afvoer of combinatie van deze ventilatie moet mechanisch zijn. Deze eis geldt voor zowel bestaande bouw als nieuwbouw. In feite is de strengere ventilatie-eis niet van kracht (geweest) in de periode van 20 mei 2022 tot 1 juli 2024. Maar geldt met terugwerkende kracht ook voor de ruimten die in de hiervoor genoemde periode zijn ontwikkeld.

Artikel 3.67 Bbl (bestaande bouw) - nieuw per 1 juli 2024
Onverminderd het tweede lid heeft een verblijfsruimte een voorziening voor luchtverversing met een mechanische aan- of afvoer met een volgens NEN 8087 bepaalde capaciteit van ten minste 3,8 dm³/s per m² vloeroppervlakte.

Artikel 4.122 Bbl (nieuwbouw) - nieuw per 1 juli 2024
Onverminderd het tweede lid heeft een verblijfsgebied of een verblijfsruimte een voorziening voor luchtverversing met een mechanische aan- of afvoer met een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 3,8 dm³/s per m² vloeroppervlakte.