Eis extra brandslangaansluitingen voor droge blusleidingen

De eisen voor een droge blusleiding staan in artikel 4.221 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Gebouwen met een verblijfsgebied op een hoogte van >20 m hebben een droge blusleiding (eerste lid). De loopafstand tussen de brandslangaansluiting van een droge blusleiding en het gebruiksgebied mag niet groter zijn dan 60 m (derde lid). Verder moet de droge blusleiding voldoen aan NEN 1594 (vierde lid). Per 1 juli 2025 worden de eisen uitgebreid, extra brandslangaansluitingen zijn nodig.

Brandslangaansluiting

Naar aanleiding van een rapport over de brand bij de Londense Grenfell Tower heeft de Adviescommissie Toepassing en Gelijkwaardigheid Bouwvoorschriften (ATGB) het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties aanbevolen om te onderzoeken hoe de eisen met betrekking tot de aansluitingen van de droge blusleidingen beter aan zouden kunnen sluiten bij de praktijk. Bijvoorbeeld door verder te onderzoeken hoe onnodige rookverspreiding tijdens brand door openstaande deuren kan worden voorkomen. Het Nederlandse Instituut Fysieke Veiligheid (NIPV) heeft onderzoek gedaan naar het afstemmen van de locaties van aansluitpunten voor droge blusleidingen op de praktijk. De uitkomst hiervan heeft ATGB meegenomen in het advies om in het Bbl eisen toe te voegen dat aansluitpunten dubbel geplaatst moeten worden. Dit betekent dat er op elke verdieping naast een aansluitpunt in het trappenhuis of rooksluis ook een aansluitpunt in de aangrenzende ruimte achter dat trappenhuis of die rooksluis nodig is. Daarmee is de brandweer flexibeler en kan veiliger te werk gaan: de rookverspreiding is beperkter omdat de slang dicht bij de brandhaard aangesloten kan worden en de locaties voor de brandweer zijn eenduidiger.

Aanpassingen aan de eis per 1 juli 2025

Aan artikel 4.221 worden de volgende twee leden toegevoegd:

  • (vijfde lid) als op een verdieping een afzonderlijke beschermde vluchtroute als bedoeld in artikel 4.77, eerste lid, ligt, heeft een droge blusleiding op elke verdieping een brandslangaansluiting in die vluchtroute en in de eerste ruimte op de route tussen die vluchtroute en een op die verdieping gelegen gebruiksgebied;
  • (zesde lid) als op een verdieping binnen de in het derde lid bedoelde afstand geen afzonderlijke beschermde vluchtroute als bedoeld in artikel 4.77, eerste lid, ligt, heeft de verdieping, in afwijking van het vijfde lid, een brandslangaansluiting in het trappenhuis en in de eerste ruimte op de route tussen dat trappenhuis en het gebruiksgebied.
Extra brandaansluitingen voor 1 juli 2025

Vóór 1 juli 2025

Extra brandaansluitingen per 1 juli 2025

Per 1 juli 2025

Bij een ‘gecombineerde’ rooksluis kan de nieuwe eis leiden tot meerdere extra brandslangaansluitingen, omdat er meer dan één ruimte aan deze rooksluis grenst.

Praktische toepasbaarheid

Door het Bbl wordt voor uitvoering van de droge blusleiding de norm NEN 1594 (Droge blusleidingen) aangestuurd. Daarin wordt geregeld dat de horizontale afstand tussen de brandslangaansluitingen op één verticale droge blusleiding maximaal 4 m bedraagt. De nieuwe eis kan ertoe leiden dat voor een extra brandslangaansluiting ook een extra droge verticale blusleiding nodig is. Vanwege eventuele uitvoeringsproblemen heeft de wetgever kenbaar gemaakt deze specifieke voorwaarde uit te sluiten via de Omgevingsregeling: de derde alinea van onderdeel 4.2.2.2 NEN 1594 is niet van toepassing op een brandslangaansluiting in de eerste ruimte na de rooksluis of trappenhuis. Een vergelijkbare wijziging wordt naar verwachting op een later moment in NEN 1594 doorgevoerd. Lees hierover meer in het overzicht van de wijzigingen in 2025 achterin dit magazine.


Auteur: Wesley van den Hoeven
Foto: Roman_023_photography /Shutterstock - Schematische weergaven: Nieman RI