Toezichthouder kwaliteitsborging: 'Laat bouwsnelheid niet ten koste gaan van kwaliteit'

De politiek mag dan een jaar na de invoering nog steeds kritisch zijn over kwaliteitsborging, de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw vindt dat het nieuwe stelsel wel een reële kans moet krijgen. En laten we uitkijken dat de aandacht voor kwaliteit niet ondergesneeuwd raakt door een eenzijdige focus op bouwsnelheid, waarschuwt voorzitter Yvonne van Mastrigt.

Omdat veel bouwprojecten voor gevolgklasse 1 nog net voorafgaand aan de invoering van de Wkb (Wet kwaliteitsborging voor het bouwen) ingediend werden om nog onder het oude stelsel van de Wabo te vallen, kwam de nieuwe wet het afgelopen jaar “langzaam uit de startblokken”. Het zijn de woorden van Yvonne van Mastrigt, voorzitter van de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) en in het dagelijks leven burgemeester van Middelburg.

Veel bijzonders valt er inhoudelijk niet te melden over de gestarte projecten die onder de Wkb vallen. Meest opmerkelijke bouwmelding het afgelopen jaar betrof een vlaggenmast, waarvoor de kwaliteitsborger geen verklaring kon afgeven. Er kon niet afdoende aangetoond worden dat de mast ook constructief veilig was.

Sturen op goede woningen

Het ging nog om geringe aantallen het afgelopen jaar. Van Mastrigt wil er daarom niet te veel conclusies aan verbinden, zeker omdat er het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging zo laat op gang kwam. Daar komt bij dat in haar ogen de maatschappelijke en politieke focus te veel ligt op kwantiteit. “In die hele discussie over meer woningen proberen wij als TloKB te sturen op goede woningen. De discussie gaat nu vaak over kwantiteit, wij proberen iedere keer ook het element kwaliteit overeind te houden. Zeker als we heel veel gaan bouwen is van belang dat de kwaliteit op peil blijft.”

De voorzitter verwijst naar de wederopbouwperiode toen eveneens door het woningtekort een grote druk stond op snel bouwen. Die snelheid ging soms ten koste van de kwaliteit. Die fout moeten we niet opnieuw maken, meent ze. “We willen voorkomen dat we over tien tot vijftien jaar terugkijken op een periode waarin we wel veel huizen gebouwd hebben, maar die kwalitatief niet al te best waren. Uiteindelijk betaalt de eigenaar de rekening van een slechte woning.”

Dankzij het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en de invoering van de Wkb kunnen bewoners rekenen op brandveilige, comfortabele woningen met goede energieprestaties en lage onderhoudskosten. Aan die eisen moeten we volgens haar dan ook zeker niet tornen. “We hebben geen enkel signaal dat minister Keijzer voornemens is om dat te doen”, zegt Van Mastrigt in reactie op de vraag of ze vreest dat het programma STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Regelgeving) van Mona Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) om de woningbouw te versnellen kan leiden tot afbreuk aan kwaliteit. “Zij kan met een gerust hart steunen op de regelgeving die er nu is en wordt uitgevoerd.”

Aan de condities ligt het niet. Het aantal kwaliteitsborgers (inmiddels ruim zestig bedrijven), waar voorafgaand aan de invoering van de wet zorgen over waren, is voldoende gebleken om het werk aan te kunnen. En met zeven toegelaten instrumenten is de bouwpraktijk in de ogen van Van Mastrigt aardig afgedekt.

Bouw en verbouw nauw verbonden

Een punt van zorg van de TloKB is wel dat verbouwingen voorlopig nog buiten de Wkb blijven, zoals minister Keijzer in december in een brief aan de Eerste Kamer liet weten. Ze gaat eerst in gesprek met belanghebbende partijen over aanpassing van de kwaliteitsborging bij verbouwprojecten. Keijzer vindt “dat de Wkb in de huidige vorm onvoldoende aansluit bij verbouwprojecten”. Invoering is pas aan de orde als er “sprake is van een passende systematiek die leidt tot een betere kwaliteit tegen aanvaardbare kosten”.

Wat de TloKB betreft moet de politiek niet te lang wachten met het onderbrengen van verbouw onder de kwaliteitsborging. Bouw en verbouw zijn immers nauw met elkaar verbonden, zegt Van Mastrigt. “De ervaring leert dat de kwaliteit van een gebouw door verbouw best onder druk kan komen te staan.” Bijvoorbeeld als zo’n verbouwing wordt uitgevoerd door een niet-professioneel. Juist in dat geval is het van belang dat een kwaliteitsborger toezicht houdt om te waarborgen dat het gebouw wel blijft voldoen aan de geldende eisen voor onder meer brandveiligheid en energieprestaties.

“Dat kan een gebouw als geheel enorm beïnvloeden. Dus eigenlijk zeggen wij tegen de politiek: nieuwbouw en verbouw horen echt bij elkaar. We begrijpen dat er behoefte was om rustig te starten, maar ons pleidooi is wel om verbouw rap toe te voegen aan de Wkb.”

Nieuwe energie

Dat de bouwsector, de gemeenten en de politiek moesten wennen aan het nieuwe stelsel kan van Mastrigt zich goed voorstellen, maar in de gesprekken met bouwbedrijven en bij de eigen inspecties hoort de TloKB ook veel positieve geluiden. Ze herkent zich niet in de kritiek dat het allemaal onnodig complexer en duurder is. “Het is niet nodeloos complex, het is anders en het levert ook echt iets op.”

Veel bouwers die de toezichthouder spreekt vertellen juist dat kwaliteitsborging hen dwingt hen kritischer te kijken naar de bouwpraktijk om tot verbeteringen te komen en minder fouten te maken. “De wet geeft ze misschien toch een zetje om dingen anders te gaan doen. We zien dat de Wkb nieuwe energie losmaakt.”

“De wet geeft ze misschien toch een zetje om dingen anders te gaan doen. We zien dat de Wkb nieuwe energie losmaakt”

Er komt nog meer nadruk te liggen op het belang van een goed ontwerp en een goede constructie. Dat lijkt misschien meer werk, maar die inspanningen worden volgens Van Mastrigt dubbel en dwars terugverdiend. “Het is mijn stellige overtuiging dat als we over tien jaar terugkijken we zeggen: het is helemaal niet duurder geworden, maar de kosten zijn op een andere plek terechtgekomen. Als je investeert in een goed ontwerp en een goede constructeur en een aannemer kiest die zijn kwaliteitsproces op orde heeft, dan hoeft het uiteindelijk niet duurder te zijn. De politiek is nog niet overtuigd, maar we moeten de wet de kans geven om in de praktijk tot wasdom te komen.”

En uiteindelijk zijn het de woningeigenaren en huurders die daar profijt van zullen hebben, is de overtuiging van Van Mastrigt. Behalve dat ze kunnen vertrouwen op goede kwaliteit, geeft het opleverdossier hun een beter beeld van hun huis. De goedkeuring van de kwaliteitsborger zal blijven doorwerken, zegt ze, net als dat gebeurd is bij de energieprestaties. Bijvoorbeeld doordat eigenaren hun huis weer makkelijker kunnen verkopen en doordat de verzekeringspremies voor woningen die onder kwaliteitsborging gebouwd zijn wellicht gunstiger uitpakken. En toekomstige kopers kunnen als consument betere keuzes maken met de goed gedocumenteerde informatie die beschikbaar is over de onder de Wkb gebouwde huizen.

Sluiten van de informatieloop

Om de wet te vervolmaken zijn er wat de TloKB betreft nog wel een aantal aandachtspunten, waaronder het vereenvoudigen van het borgingsproces voor industrieel gebouwde woningen. Door bijvoorbeeld de elementen die uit de fabriek komen, zoals wanden, vloeren en gevels, te certificeren zou de kwaliteitsborger alleen nog maar de assemblage op de bouwplaats hoeven controleren.

Een wezenlijk punt is verder de hele informatievoorziening rondom de Wkb. Die is nu te veel versnipperd, meent Van Mastrigt. Zo rapporteren gemeentes niet aan de TloKB. De toezichthouder zou graag zien dat er vanuit de gemeenten terugmeldingen bij de TloKB terechtkomen en is daarover in gesprek met VNG. “We willen graag de informatieloop sluiten, zodat alle informatie op één plek is en we eventueel ook analyses kunnen maken om te kijken waar het goed loopt en waar het beter kan. Dat helpt het ministerie ook weer om inzicht te krijgen in de gang van zaken.”

Aantal Wkb-projecten 2024

In 2024 zijn er tot 10 december 1.477 bouwmeldingen gedaan voor bouwwerken die vallen onder de Wkb. Samen zijn ze goed voor 5.176 bouwwerken, zo blijkt uit cijfers van de TloKB. Zo’n 85 procent daarvan betreft woningen. Voor het hele jaar 2024 verwacht de toezichthouder dat dat aantal meldingen zal uitkomen op een kleine 1.500, gemiddeld ruim 4 per gemeente dus. Overijssel was het afgelopen jaar de Wkb-koploper. In die provincie werden 918 bouwwerken voor gevolgklasse 1 aangemeld. Drenthe sluit de rij met 82 bouwwerken.

Bouwprojecten per gemeente

Bouwprojecten per gemeente

Bouwprojecten per provincie

Bouwprojecten per provincie

Auteur: Yvonne Ton
beeldmateriaal: TloKB